ISPA is de Belgische koepelvereniging voor Internet Service Providers (ISP’s) die access, hosting, services en transit providers groepeert. Sinds 1997 is het ons doel om de internet sector, de beleidsmakers, de betrokken overheden en het brede publiek samen te brengen om ervoor te zorgen dat het aanzienlijk potentieel van het internet in België ten volle wordt gerealiseerd.

1 Het gebruik van internet en innovatieve toepassingen verder stimuleren

Zoals gesteld door Neelie Kroes, Vice-Voorzitter van de Europese Commissie, vormen breedbandnetwerken de ruggengraat van onze moderne economie. The Boston Consulting Group (BCG) berekende in 2013 dat de Belgische interneteconomie een waarde heeft van € 10.7 miljard en tegen 2015 € 20 miljard kan bereiken[1]. Ondanks een zeer goede infrastructuur tegenover andere landen presteert België slechts middelmatig wanneer het gaat over het internetgebruik in onze maatschappij en de uitgaven van consumenten op het internet. ISPA zet zich daarom in – samen met andere actoren – om gebruikers, bedrijven en overheden zoveel mogelijk gebruik te laten maken van het internet, zodat haar potentieel ten volle kan gerealiseerd worden. Online toepassingen zoals e-health, smart mobility, e-commerce, maken allemaal gebruik van het internet en bieden de samenleving tal van voordelen, zowel op sociaal als economisch vlak.

ISPA komt ook op voor een open en vrij internet dat iedereen toelaat om alle diensten en websites te bezoeken, en dat iedereen de mogelijkheid biedt om nieuwe en innovatieve diensten en websites aan te bieden. Openheid en vrijheid zijn de beste waarborgen voor de verdere ontwikkeling van het rijke ecosysteem van het internet. Hiertoe moet men uiteenlopende wetgevingen binnen de Europese Unie vermijden en de voorkeur geven aan een geharmoniseerd Europees kader met dezelfde normen voor alle Europese spelers.

Om innovatie op het internet te ondersteunen schuift ISPA de volgende punten naar voor:

  • maatregelen die de kost van breedbandontwikkeling beperken en synergiën tussen sectoren mogelijk maken
  • ondersteuning van onderzoek naar en investeringen in glasvezelnetwerken en in breedband mobiele data
  • het wegwerken van belastingen en remmen op vaste en mobiele netwerken
  • de verdere ontwikkeling van e-skills en gebruik van innovatieve internettoepassingen door overheden
  • het vrijwaren van de Belgische “.be” beheerder, die nationaal en internationaal geroemd en geïmiteerd wordt
  • het vermijden van wettelijke bepalingen die een rem zouden kunnen betekenen voor de innovatie van de netwerken of diensten.

2 Een veilig internet dat het vertrouwen van de gebruiker geniet

Recente onthullingen over de afluisterpraktijken van veiligheidsdiensten aan beide kanten van de oceaan hebben het vertrouwen van burgers, bedrijven en overheden in een veilige en beschermde stroom van gegevens over het internet een deuk gegeven. Net dit vertrouwen is cruciaal om het economische en het maatschappelijk potentieel van het internet ten volle te kunnen realiseren. ISPA benadrukt dan ook het belang om samen met de overheid te werken aan een veilig en beschermd internet, dat het vertrouwen van gebruikers geniet. Om een veilig internet te kunnen verzekeren is er nood aan een gericht privacy- en veiligheidsbeleid dat kan inspelen op de aanhoudende ontwikkelingen van nieuwe digitale technologieën. Efficiëntie en coherentie zijn onontbeerlijk om de enorme economische en sociale waarde van het internet te beschermen, zonder innovatie te verstikken.

In deze context vraagt ISPA:

  • het vrijmaken van voldoende middelen voor een performant cybersecuritybeleid
  • de verdere uitbouw en structurele financiering van een performante en wettelijk verankerde CERT.be
  • een snelle uitvoering van de in 2012 gelanceerde strategie voor cyberveiligheid in België
  • de uitwerking van een evenwichtige, solide en toekomstbestendige wetgeving inzake gegevensbescherming op Europees niveau
  • de verdere ontwikkeling van e-skills en bewustmaking van het publiek over een veilig en privacy beschermend gebruik van het internet

3 Juiste verantwoordelijkheden voor ISP’s

ISP’s verzorgen de toegang tot en de goede werking van het internet. Zij kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud die door derden via hun netwerk wordt verspreid. Noch kan er van hen verwacht worden dat zij bepalen welke inhoud illegaal is en welke niet. Dit principe van beperkte aansprakelijkheid ligt vast in artikel 12 van de Europese E-Commerce Richtlijn 2000/31/EC, waarin wordt bepaald dat wanneer een dienst bestaat in het doorgeven van informatie in een communicatienetwerk of in het verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk, de dienstverlener niet aansprakelijk is voor de doorgegeven informatie. Kortom ISP’s dienen zich niet de rol van ‘politie op het internet’ toe te eigenen. Het principe heeft het ontstaan van allerlei nieuwe platformen mogelijk gemaakt waar burgers hun fundamentele rechten op vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie uitoefenen, en dit moet ook in de toekomst mogelijk blijven. Regels in verband met notice & takedown, het uit de lucht halen van domeinnamen, het wijzigen van DNS-settings, alsook het blokkeren van de toegang tot illegale inhoud, moeten daarom het principe van beperkte aansprakelijkheid te allen tijde respecteren.

In deze context vraagt ISPA van beleidsmakers:

  • Respect voor het principe van beperkte aansprakelijkheid en duidelijke verantwoordelijkheden voor ISP’s
  • Een coherente en praktisch werkbare aanpak bij de uitwerking van wetgevende initiatieven inzake het handhaven van intellectuele eigendomsrechten op het internet, initiatieven inzake ‘notice & action’[2] of de omzetting van de Richtlijn 2011/92/EU ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie[3]
  • Proportionaliteit van de technische maatregelen die aan ISP’s worden opgelegd, alsook de evaluatie op hun doeltreffendheid en hun effectiviteit
  • Transparantie vanuit de overheid over de verplichtingen die aan ISP’s worden opgelegd inzake het tijdelijk blokkeren van inhoud

4 Medewerking tussen gerecht en ISP’s o.b.v. eerlijke kostenvergoeding

De sterke groei in het gebruik van online communicatiediensten zorgt ervoor dat politie en gerecht steeds meer beroep moeten doen op ISP’s in het kader van opsporingen en onderzoeken. Specifieke wetgeving regelt onder meer de identificatie van internetgebruikers via het IP-adres, het aftappen van communicatie via het internet en de opslag van gegevens voor eventueel later onderzoek.

Om aan deze wettelijke medewerkingsplicht te voldoen zijn ISP’s genoodzaakt om voor de verschillende gemachtigde actoren (Veiligheid van de Staat, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid van de Krijgsmacht, Federaal Parket, onderzoeksrechters, parketten,…) op permanente wijze kosten te dragen voor ontwikkelingen die specifiek zijn voor de door hen gevraagde opzoekingen en enkel daarvoor nodig zijn.

ISPA vraagt in deze context:

  • Efficiënte procedures voor de medewerking van ISP’s met Justitie (Zie hierover ISPA Best & Bad practices – februari 2014) die zowel voor de ISP’s als voor Justitie besparend kunnen werken
  • Een correcte en tijdige vergoeding van de kosten voor de medewerking, zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 8 februari 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2003 tot uitvoering van de artikelen 46bis, §2, eerste lid, 88bis, §2, eerste en derde lid, en 90 quater, §2, derde lid van het Wetboek van strafvordering en van artikel 109ter, E, § 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.[4]
  • dat elke maatregel betreffende de vergoedingen voor medewerking van ISP’s op een objectieve kostenberekening gebaseerd is[5], en rekening houdt met de complexiteit van het internet en de verschillende categorieën van aanvragen
  • bewustmaking van politie en gerecht omtrent de correcte opvraging van gegevens en de bijhorende kosten
  • transparantie over en evaluatie van de omvang van overheidstoegang tot persoonsgegevens en communicatie
  • overleg met de internetsector om tot werkbare en effectieve oplossingen te komen
  • duidelijke afspraken betreffende de implementatie van de Data retentierichtlijn 2006/24/EG[6] die zich vertalen in juridische zekerheid voor de ISP’s, zeker nu deze ongeldig werd verklaard door het Europees Hof van Justitie.[7]
  • een grondige evaluatie van het systeem van data retentie binnen de termijn voorzien in de wet[8]

Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de kwaliteit en de snelheid van de antwoorden van de ISP’s aan politie en Justitie ook in de toekomst te kunnen waarborgen.

5 Competitiviteit en coherentie in een Europees kader

Tenslotte zou een nauwgezette omzetting van de Europese regelgeving een bijkomende doelstelling moeten zijn. Helaas moeten we vaststellen dat talrijke verplichtingen die momenteel zijn opgelegd aan de Belgische internetsector meestal (veel) verder gaan dan de Europese eisen.

[1] Zie studie Boston Consultant Group, “De Belgische interneteconomie groeit, maar haalt haar achterstand niet in”.

[2] Zie Commission communication 11 January 2012 COM(2011) 942 to the European Parliament, the Council, The Economic and Social Committee and the Committee of the Regions on a coherent framework for building trust in the Digital Single Market for e-commerce and online services

[3] Zie Richtlijn 2011/92/EU ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie

[4] Zie KB van 8 februari 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2003 tot uitvoering van de artikelen 46bis, §2, eerste lid, 88bis, §2, eerste en derde lid, en 90quater, §2, derde lid van het Wetboek van strafvordering en van artikel 109ter, E, § 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

[5] Zie hierover het kostenmodel van 29 oktober 2013 voor de bepaling van de kosten van een efficiënte elektronische communicatieoperator in het kader van de uitvoering van wettelijke onderschepping

[6] Zie Europese Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG

[7] Zie Arrest Europees Hof van Justitie, 8 april 2014, C‑293/12 en C‑594/12

[8] Zie artikel 126, lid 7 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie